‘Stervensbegeleider’

 
 

Ik was vier jaar toen mijn broer onze inwonende tante Suze vond.

Hij rende naar mij toe en zei: “tante Suze beweegt niet”. We mochten niet bij haar afscheid aanwezig zijn en er werden weinig woorden vuil gemaakt aan haar overlijden. Over de dood spraken we niet. Ook niet zo vreemd misschien, want de dood was sterk aanwezig in mijn familie. Mijn vader werd wees toen hij twaalf jaar was.

Pas toen een klasgenoot van mij plotseling overleed, zag ik dat het ook anders kon. Onze juffrouw besteedde veel tijd en aandacht aan ons en zette een foto van Thijs voor in de klas. Zijn dood was bespreekbaar en dat was voor mij een hele fijne ervaring. Vanaf dat moment nam ik mijn tante Tan in vertrouwen.

Zij was aanwezig geweest bij mijn geboorte en was werkzaam als wijkverpleegster. Met haar sprak ik over mijn angst, mijn pijn, mijn verdriet. Ik kon alles met haar delen en zij heeft mij ontzettend geholpen door naar mij te luisteren en open met mij te praten. Uiteindelijk koos ook ik voor verpleegkunde en nu werk ik al lange tijd in een hospice om andere mensen te steunen bij hun proces.