Een laatste gesprek met Levend Boek Martijn

MJB 3.png

Enkele dagen geleden is Martijn overleden. Dat was zijn eigen keus: na jaren van depressiviteit leek euthanasie hem het beste. We wensen zijn nabestaanden veel sterkte toe. Bij de Human Library hebben we Martijn sinds 2017 leren kennen als een enthousiast levend boek. In het begin waren mensen soms een beetje bang voor die ‘strenge’ meneer, met zijn hoed, metalen ringen en scherpe wandelstok. Hij trok de aandacht, dat is duidelijk. Maar hij kon dan ook snel diverse vooroordelen weerleggen, met zijn vriendelijke toon en interesse in de ander. Tijdens de Human Library-gesprekken hingen de lezers aan zijn lippen. Toen wij hoorden van zijn doodswens en hem daarover spraken, ontstond het idee om een ‘laatste gesprek’ op papier te zetten. Het is een moeilijk onderwerp, maar daar is de Human Library nu juist ook voor. Ook dit onderwerp, een levenseindewens, willen we zo bespreekbaar maken. Het interview wordt hieronder met zijn toestemming geplaatst. Het vond plaats in een café in zijn woonplaats Leiden.

Ik wil graag meer te weten te komen over hoe het met je gaat en hoe je tot de keuze bent gekomen. Ik vind het heel moedig dat je hier over wil spreken. We kennen jou van de Human Library als een enthousiast levend boek. Vaak meegedaan, je hebt veel mensen informatie kunnen geven.

Ja, altijd drukke middagen gehad!


En toen ineens hoorden we het nieuws dat je op een zeker moment niet meer wil leven, vanwege een zware depressie.

 

En allerlei andere zaken nog, het is niet alleen een depressie geweest. Mijn werk viel weg en mijn relatie werd verbroken. Daardoor kom je in een depressie, maar wat het vooral was: het besef dat ik weer aan een beginpunt stond. Ik was 43 jaar oud toen ik het besluit nam dat ik niet meer verder wilde. Het was de zoveelste keer dat ik opnieuw moest beginnen. Dat deed me heel veel pijn. Daardoor raakte ik in een depressie: waar doe ik het voor? Waar leef ik voor?

 

Er is een bepaald beeld dat de maatschappij gecreëerd heeft wat goed is: huisje, boompje, beestje. Dat beestje kan een echt beestje zijn, maar ook kinderen. De verantwoordelijkheid hebben voor iets. Het huisje is dan de vastigheid en de stabiliteit. En een boompje om van te leven. Een baan. Zo zie ik dat plaatje. En elke keer als het boompje bij mij begon te groeien, als dat huisje omlijnd werd, werd die ontwikkeling verstoord. Moest ik weer opnieuw beginnen. En dat deed me zoveel pijn. Die vechtlust had ik niet meer. En heb ik nu nog steeds niet.

 

Het is een optelsom voor mij geweest. Ik ben daar heel bewust mee omgegaan: emoties opzij gezet, gevoel opzij gezet en gewoon gekeken naar wat ik de afgelopen 45 jaar heb bereikt en waar ik had willen zijn. Is dat nog haalbaar? Ik ben altijd bezig geweest om huisje-boompje-beestje te bouwen. En ik heb dat nu nog steeds niet. En de kans dat ik dat nu nog ga krijgen is er gewoon niet meer. Dat is mijn visie, dat is die logische som geweest. Het zal niet beter worden.

 

Ik heb nu nog – uit mijn hoofd – 32 dagen, en ik ben blij. Ik moet ook toegeven dat de laatste twee weken wel erg positief zijn geweest. Ik heb namelijk een dame ontmoet waarmee het onwijs fijn klikt. Zij weet waar ik mee bezig ben en ondanks dat genieten we enorm van elkaar. We klikken.

 

Dat verandert de situatie niet?

 

Nee. Want ik weet ook dat dit geen lang leven heeft, deze relatie. Niet alleen vanwege de euthanasie, maar ook vanwege het leeftijdsverschil. Ik ben 45 en zij is een stuk jonger. Zij zit in een andere fase van haar leven. Toch klikken we, maar het is goed zo. Zij accepteert dat.

 

Je vindt het goed dat ik je alles vraag he? Een beetje zoals in de Human Library: je mag alles vragen, maar je mag ook een vraag niet beantwoorden of aangeven dat je het een gekke vraag vindt.

 

Ja, ik zie dit ook als een eenmalig ‘boek’ dat je kunt lezen voor de Human Library. Ik kwam er vandaag achter dat ik met dit interview iets achterlaat. Verder laat ik eigenlijk niks achter. Ik heb geen kinderen, ik heb geen huis en ik ben geen kunstenaar. Mijn verzameling beeldjes en dergelijke is niet interessant voor andere mensen, omdat het mijn persoonlijke smaak is.

 

Wat natuurlijk wel achterblijft zijn de mooie herinneringen. 

 

Maar de meeste mensen laten iets tastbaars achter. Daarom neem je kinderen. Even kort door de bocht gezien dan he. Biologisch gezien is dit de meest simpele weg. Je zorgt voor een soort continuïteit. En de gedachten over jou blijven dan doorgaan. Dat heb ik allemaal niet. Behalve bij andere familie, maar toch is dat niet wat ik bedoel met iets achterlaten.

 

Ik vind het wel heel fijn dat mensen op die manier op me terug kunnen kijken. Ik kan dat niet. Ik kan niet terugkijken op een gelukkig moment. En dan het gevoel daarbij ophalen. Bijvoorbeeld hoe je je voelde op je afgelopen verjaardag, met bezoek van die en die, dat kan ik niet. Ik weet dat mijn familie er was, en dat was gezellig. Maar ik weet niet meer hoe ik me daarbij voelde.

 

Ik weet nog dat mijn laatste verjaardag een beladen dag was, omdat ik mijn familie vertelde dat het letterlijk mijn laatste verjaardag zou zijn.

 

Hoe heb je je familie en vrienden precies ingelicht over het besluit?

 

Daar heb ik de afgelopen maanden voor gebruikt. Ten eerste mijn ouders. Ik heb gezegd: “Mam, pap, ik wil niet meer verder leven. Maar ik wil jullie geen pijn en zorgen bezorgen.” Natuurlijk schrokken ze… Ze hadden dit niet zien aankomen. Maar ze zijn ook wel nuchter en ze kennen me, dus ze zeiden ook: “Dit is wie jij bent. Als dit de manier voor jou is, dan gaat het zo.” Ze kunnen het niet begrijpen, maar ze doen hun best. Ze maken me duidelijk dat ze er altijd voor me zijn. Dat is wel heel prettig. Voor mijn zusje geldt hetzelfde. En met vrienden en bekenden. Mensen schrikken, omdat ik ook bekend sta als een vrolijke jongen. Maar ze hebben er begrip voor, als je de tijd neemt om het ze uit te leggen.

 

Ik woon alleen en ik heb niet heel veel contact met mijn ouders. Het contact wat ik heb is altijd wel heel goed geweest. Maar we hebben ons eigen leven. Als we elkaar nodig hebben dan zijn we er wel. Geen nieuws is goed nieuws. Zo zien wij dat.

 

Mijn moeder kent mij natuurlijk ook wel. Mijn moeder heeft mij ook een keer gevonden met het mes op de polsen. Toen was ik 20-22. In die zin is mijn doodswens niet onbekend bij mijn ouders. Ik heb daar altijd keihard tegen gevochten, en ik ben er ook veel voor behandeld. Ik heb altijd de hoop gehad dat het beter zou gaan. En soms gaat het dan ook beter, maar daarna ook altijd weer slechter.

 

Ik wil dood, maar ik wil niet gevonden worden. Ik wil niet voor een trein springen, omdat ik dan problemen veroorzaak voor anderen. Qua persoonlijkheid ben ik iemand die juist wil pleasen. Het idee dat ik iemand pijn doe, dat kan er bij mij niet in.

 

Ik wil die conducteur niet beschadigen. Ik wil niet gevonden worden door vreemde mensen omdat mijn ouders niks meer van mij horen en er ineens politie voor de deur staat. Soms lees je dat iemand vier maanden dood in de huiskamer ligt. Ik moet er niet aan denken. Ik heb verschillende mogelijkheden onderzocht, maar dat is allemaal verschrikkelijk. In Nederland heb je gelukkig een wet die bepaalt dat de mensen die uitzichtloos lijden, mensen die geen kans op verbetering hebben, geen kans op genezing, geholpen kunnen worden. Zo is er de mogelijkheid voor euthanasie voor psychiatrisch patiënten. Vanwege psychisch lijden.

 

Hoe gaat de dood straks in zijn werk?

 

Het is de bedoeling dat ik straks in het ziekenhuis overlijd. Ik wil mijn organen doneren. Ik word in slaap gebracht en krijg dan een dodelijke injectie. Er gaat een heel proces aan vooraf als je een doodswens hebt. De overheid stelt allerlei eisen. Het is ook lastig voor diegene die mij gaat helpen bij mijn euthanasie, omdat ik verder lichamelijk gezond ben: alles speelt zich in mijn hoofd af. In mijn gesprekken met de psychiaters heb ik hen moeten laten meevoelen hoe mijn lijden is. En dan is het aan hen om daar in mee te gaan. De vraag is vervolgens of ze mij kunnen assisteren met euthanasie.

 

Was de uiteindelijke beslissing een opluchting?

 

Nu zie ik uit naar de dood. Dat klinkt misschien gek. Ik heb nu nog zo’n 30 dagen te gaan en ik ben daar blij mee. Ik ga dood via de meest beschaafde en nette manier. Ik zorg ervoor dat de mensen om mij heen het weten. Ik zorg ervoor dat alles geregeld is. Ik ga gewoon slapen. Ik heb het geprobeerd, mijn leven is nu voltooid. Er zit een verschil in zelfmoord en euthanasie. Bij zelfmoord is het vaak zo dat iemand er emotioneel doorheen zit. Zelf zit ik er intellectueel doorheen. Dat is een andere manier van kijken.

 

Is er nog verbetering mogelijk?

 

Nee, dat stadium ben ik voorbij.

 

Kun je jouw lijden omschrijven? We hebben jou leren kennen als enthousiast levend boek. Vrolijk toch ook wel, serieus wanneer het moet, open in de gesprekken, zoals je nu ook bent.

 

Ik vergelijk het wel eens met een donkere zonnebril, die altijd op staat. Alle kleuren zijn doffer. Het is de donkerste zonnebril die je kunt bedenken. Je moet altijd vechten om dat lichtstraaltje te zien. Ik heb verschillende therapieën gevolgd. Hoe ik een lichtere zonnebril zou kunnen krijgen. Maar dat lukt me niet. Soms zit ik redelijk lang in een goede periode, maar dan gaat het weer slechter.

 

Je hebt veel gesprekken gevoerd met psychiaters?

 

Ja, dat is heel zorgvuldig gegaan. En ik wil graag na de zomer, op een hoogtepunt heengaan. Net als op een feestje, op het hoogtepunt weggaan. Te lang blijven is nooit goed. Al is dat misschien ook een beetje een gekke vergelijking. Maar ik ga in de zomer weg. Sowieso heb ik een hekel aan kerst. De donkere dagen voor kerst vind ik ook moeilijk. Als je alleen bent is dat lastig, ook omdat ik geen dagindeling heb: ik heb geen werk.

 

En wat als mensen rondlopen met vergelijkbare gedachten zoals jij het aangeeft?

 

Praat er open over. In de eerste instantie met je huisarts. Dat is een professioneel mens, die jou medisch kent. Wees dan helemaal eerlijk. Dan is je begeleiding veel beter. Dat is een moeilijke stap. Er moet een officiële diagnose worden gesteld. Daar gaat wel wat tijd overheen. En dat is ook wel weer lastig, omdat een diagnose in de psychiatrie is gericht op therapie en verbetering, maar ik kwam alleen voor de diagnose. Er moet dan ook een arts beschikbaar zijn de gesprekken wil aangaan. En je moet zelf overal achteraan gaan. Het is bewust ingesteld om het moeilijk te maken. Je moet vaak zeggen dat je geen behoefte meer hebt aan leven. Dat moet bevestigd worden. Het is natuurlijk ook best moeilijk. Het gebeurt niet vaak dat een 45-jarige vraagt om een einde van zijn leven. Het moet zorgvuldig gebeuren. Kort van te voren moet je dan ook nog je handtekening zetten.

 

Kun je nog iets zeggen over jouw achtergrond?

 

Ik kom van gescheiden ouders en ben opgevoed door mijn stiefvader, die mij geadopteerd heeft. Ik ben de oudste van twee. Vanwege zijn werk zijn we naar de omgeving van Leiden verhuisd. En ik ben hier gebleven. Ik heb de MAVO doorlopen en ben aan het werk geraakt, geen verdere opleiding gedaan. Ik deed een stage in een verpleeghuis. Het lastige was daar dat ik me hechtte aan enkele mensen, die dan later overleden, dat vond ik lastig als jonge jongen. Uiteindelijk heb ik veel in de horeca gewerkt, ik wil mensen graag pleasen. Vaak achter de bar, bijvoorbeeld in een discotheek. En op privéfeestjes, als ober. Met hooggeplaatste personen. Dat ging erg strak, maar ook erg leuk. Als ik een glimlach kon toveren bij de mensen dan was dat de grootste beloning.

 

Dat sluit volgens mij ook aan bij jouw BDSM-hobby. Of hoe zeg je dat, is het een hobby?

 

Voor mij is het een lifestyle. Het staat voor Bondage, Discipline en Sado-Masochisme. Maar dat kan ook staan voor Slave-Master. Het idee is om iemand in extase te brengen door dingen te doen of juist niet te doen. Alles met goedkeuring van de ander. Je bepaalt samen de grenzen, en die kun je dan opzoeken. Het gaat er ook om goed naar jezelf te kijken, eerlijk te zijn over je emoties. BDSM zit een beetje in de taboesfeer. Het is soms wat lastig om uit te leggen, maar de basis is vertrouwen, openheid en eerlijkheid. Dankzij ’50 Shades’ is het wel bespreekbaarder geworden. Maar in die film vraagt hij geen toestemming, dat kan mijns inziens niet. Het gaat altijd in overleg.

 

Hoe heb je de Human Library ervaren? Volgens mij heb je wel tien keer meegedaan?

 

Daar heb ik wel veel plezier uitgehaald, maar het zijn momenten. De gesprekken waren goed, en als je wachtte op een lezer hadden we onderling met de andere ‘boeken’ goede gesprekken. Dan ben ik niet alleen. Maar aan het einde denk ik weer, kut, ik ben alleen. Ik mis die gezelligheid. En thuis was ik ook weer alleen. Daar heb ik veel moeite mee. Tijdens de Human Library is het altijd erg goed.

 

Je hebt ook nagedacht over je uitvaart. Kun je daar iets over vertellen?

 

Het was erg grappig om de uitvaartorganisatie te bellen en dan te zeggen dat je met euthanasieplannen rondloopt en dat je je eigen begrafenis wil regelen. Er kwam een dame langs met een map en we hebben het punt voor punt doorgenomen. Mijn moeder was daarbij. Ik wil bijvoorbeeld graag dat het nummer ‘Sound of Silence’ van Disturbed wordt gespeeld. De tekst spreekt me aan. Ik ben soms zo hard aan het schreeuwen, maar er is niemand die me hoort. Ik krijg een simpele kist. Er is alleen een dienst. Enkele mensen zullen een kort praatje houden, maar daar denk ik nog over na. Op de kist kunnen mensen een boodschap schrijven met een stift. En dat gaat mee de verbrander in, dus jullie teksten neem ik mee. Het is een gesloten kist, in verband met de orgaandonatie. Mijn hersens zijn voor de wetenschap en mijn organen zijn voor mensen. Zo geef ik andere mensen kans op een leven. Ik vind het ook fijn dat mijn ouders na een aantal weken te horen krijgen hoeveel mensen ik in die zin heb kunnen helpen.

 

Wat denk je dat er met jezelf gebeurt na het overlijden, in spirituele zin?

 

Ik ga gewoon slapen, en dan is het een groot zwart gat. Ik geloof niet in hemel of hel. Of een God. Ik geloof dat ik terugkeer naar een bepaalde energie, dat ik reïncarneer. Dat hoop ik. Maar dat weet ik niet zeker.

 

Wat wil je nog meegeven aan de mensheid?

 

Het begint allemaal met respect voor elkaar hebben. Dat is het allerbelangrijkste. Ik mag bij wijze van spreken rood een mooie kleur vinden en jij blauw, en laten we dat gewoon respecteren van elkaar. Er hoeft geen strijd om te zijn. En elkaar helpen, zonder dat daar iets tegenover staat. Wie goed doet, krijgt goed terug. Stel haalbare doelen in je leven en doe wat je gelukkig maakt.

 

Bedankt voor dit gesprek en je openheid. Heel veel dank voor jouw bijdragen aan de Human Library. Daar hebben veel van onze lezers baat bij gehad. Bij mij leeft een gevoel van machteloosheid, omdat ik je niet verder kan helpen. Maar ik respecteer jouw wens ook. Het klinkt gek, maar ik wens je een fijn levenseinde.

 

Dank je wel. Ja, het is helemaal mijn eigen keus en ik ben er klaar voor. Bedankt voor dit fijne gesprek, het doet mij veel goed.

 

Dit interview werd afgenomen door Martijn Bergsma, namens Human Library NL. Wij wensen de nabestaanden nogmaals veel sterkte toe.

 

Denk jij aan zelfmoord? Je bent niet alleen. Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl of bel naar 0900-0113. Martijn heeft hulp gehad van het Expertisecentrum Euthanasie. Lees hier meer over deze organisatie: https://expertisecentrumeuthanasie.nl/

Martijn Bergsma