De Achterflap
‘LARP’
“LARP-en voelt als dat moment dat de lichten aangaan na een hele goede film in de bioscoop”, aldus Jan Maarten. “Je zit dan op je stoel en weet een paar seconden lang niet waar je bent.” Hij houdt zich al ruim 12 jaar bezig met LARP, sinds zijn 13e. De zwaarden en schilden aan de muur bij een spelletjeswinkel in zijn stad wekten zijn interesse en al snel was hij verkocht. LARP staat voor Live Action Roleplay; je verkleden en gedragen als een (meestal zelf bedacht) personage. Jan Maarten beschrijft dit als een soort method acting: bij LARP-evenementen ga je een weekend lang helemaal op in een bepaald personage en probeer je te voelen wat zij voelen. Het mooiste vindt hij als hij echt op kan gaan in zijn personage en de emotie kan voelen die zij zouden voelen. “Die tussenstap, dat Jan Maarten bedenkt hoe het personage zou reageren, valt dan weg.”
Eigenlijk is het niet echt uit te leggen hoe LARP-en is, zegt Jan Maarten. Hij zou er drie uur over kunnen praten en dan klopt je beeld misschien nog niet echt: je moet het gewoon meemaken. Hij merkt dat er vaak sprake is van vooroordelen over LARP, wat ertoe leidt dat hij anderen vaak niet meteen over zijn hobby vertelt. Wel denkt hij dat dit aan het verminderen is: “dat idee van nerds die met hun plastic zwaardjes en een Halloween-cape door het bos rennen, dat is wel aan het verdwijnen.” Toch vermoedt hij dat vooroordelen die mensen hebben eventuele geïnteresseerden in LARP afschrikken. “Als je op de fiets zit in je voetbaltenue kijkt niemand op of om,” zegt hij. “Maar iemand die in LARP-kostuum in de trein zit kan echter wel eens tot vreemde blikken leiden. Dan komt er dus ook geen gesprek met mensen die wel eens geïnteresseerd zouden kunnen zijn in deze hobby.”
Dit is dan ook waarom hij mee wilde doen aan Human Library. Het is voor hem belangrijk om een zo volledig mogelijk beeld van LARP neer te kunnen zetten, om zo vooroordelen te verminderen. Tijdens de Human Library gesprekken wil hij anderen zijn hobby visueel laten ervaren. Hij noemt zichzelf een ‘prentenboek’: hij zit gekleed als één van zijn personages aan tafel en hij heeft een aantal van diens eigendommen bij zich. Een naamkaartje met zijn eigen naam en op de achterkant de naam van zijn personage moet ervoor zorgen dat degene tegenover hem weet tegen wie hij praat. Hier zit namelijk echt verschil in: ze hebben andere kledij, maar ook andere meningen, normen en waarden en een andere cultuur.
Auteur: Eva Alkema